CAO

Het personeel is het grootste kapitaal van een architectenbureau. Het bevorderen van de vitaliteit en het voorkomen van ziekte of arbeidsongeschiktheid is daarom essentieel. Werkgever en werknemer zijn hier samen verantwoordelijk voor. 

Wat zijn de arbeidsomstandigheden waarin wordt gewerkt, het fysieke, sociale en psychologische klimaat? De cao bouwt voort op hetgeen wettelijk is bepaald over arbeidsomstandigheden in de Arbeidsomstandighedenwet (kortweg ‘Arbowet’). Hiervoor hebben de cao-partijen door SFA branche-specifieke instrumenten laten opstellen: de RI&E Architecten en de Arbocatalogus Architecten. Beide branche-instrumenten zijn door de inspectie SZW goedgekeurd.

RI&E betekent risico-inventarisatie en -evaluatie. Volgens de Arbowet moet ieder bedrijf geregeld een RI&E doorlopen. Hiermee worden alle risico’s binnen een bedrijf geïnventariseerd.  

Een architectenbureau kan gebruik maken van de branche RI&E, deze is op het werken in architectenbureaus toegespitst en goedgekeurd door het ministerie van SZW. Risico’s in architectenbureaus zijn bijvoorbeeld gevolgen van beeldschermwerk en werkdruk. Daarnaast zijn er algemene risico’s van kantoorwerk of ongewenst gedrag. Werknemers hebben altijd het recht om zich te wenden tot een onafhankelijk en deskundig vertrouwenspersoon. 

Inlog voor de digitale RI&E Architecten is voor architectenbureaus gratis beschikbaar, die maakt onderdeel uit van de jaarlijkse SFA-bijdrage. 

> naar de RI&E Architecten  

De RI&E signaleert de risico’s en verwijst voor oplossingen naar het tweede branche-specifieke instrument voor preventie van ziekte en arbeidsongeschiktheid: de (online) Arbocatalogus architecten. Bureaus kunnen van de Arbocatalogus architecten gebruik maken óf eigen oplossingen kiezen om tot hetzelfde beschermingsniveau komen. 

> naar de Arbocatalogus Architecten     

Naast de SZW erkende modules beeldschermwerk en werkdruk heeft SFA naar aanleiding van veelgestelde vragen hier ook informatie en tips opgenomen over ongewenst gedrag (gedragscode, vertrouwenspersoon).  

 

Bij arbeidsongeschiktheid geldt: 

  • Eerste ziektejaar: 100% doorbetaling van het salaris; 
  • Tweede ziektejaar: 70%, met aanvulling tot 100% als de werknemer voldoende meewerkt aan re-integratie, volgens de Wet verbetering poortwachter. 

De cao verplicht werkgevers daarnaast tot: 

  • het afsluiten van een verzekering voor inkomensaanvulling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid vanaf het derde ziektejaar (WIA), en 
  • deelname aan de regeling voor aanvulling op het derde WW-jaar via de Stichting Private Aanvulling WW (SPAWW). 

De uitwerking staat in bijlage 10 van de cao. 

In de cao staan geen specifieke bepalingen over zwangerschap, de wettelijke regels gelden. De volgende rechten gelden: 

  • Tijdens zwangerschaps- en bevallingsverlof ontvangt de werknemer een WAZO-uitkering via het UWV (100% van het loon, gemaximeerd op het maximum dagloon). 
  • Is de werknemer tijdens haar dienstverband arbeidsongeschikt wegens de zwangerschap of bevalling? Dan kan de werknemer aanspraak maken op een Ziektewet-uitkering via het UWV (100% van het loon, gemaximeerd op het maximum dagloon). 
  • Is de uitkering lager dan het gebruikelijke loon? Dan vult de werkgever dit aan tot 100%.: 
  • Zwangere werknemers hebben recht op aangepaste werktijden en werkzaamheden(regelmaat, in beginsel geen overwerk en nachtdiensten) als de gezondheid daarom vraagt. 
  • Er geldt recht op extra rustpauzes met behoud van loon (max 1/8 van de werkdag) tijdens zwangerschap en na de bevalling. 
  • Gedurende de eerste negen maanden na de bevalling heeft een werknemer recht op tijd en een geschikte ruimte om te kolven. Kolftijd bedraagt maximaal een kwart van de arbeidstijd per dienst. 
  • Tijdens de zwangerschap, het verlof en in de eerste zes weken daarna mag een arbeidsovereenkomst in beginselniet worden opgezegd. 

Bij overlijden van een werknemer keert de werkgever een overlijdensuitkering uit aan de nabestaanden. Deze bestaat uit:  

  • het salaris vanaf de dag na het overlijden tot en met twee maanden daarna; 
  • het opgebouwde vakantiegeld; 
  • een eventuele vaste dertiende maand; 
  • winstdeling over die periode; 
  • en 2/12e deel van vaste, gegarandeerde bijzondere beloningen. 

Wettelijke uitkeringen op grond van de Ziektewet, WIA of WAO worden hierop in mindering gebracht. De uitbetaling vindt plaats volgens de fiscale regels. Deze regeling is bedoeld om nabestaanden financieel te ondersteunen in de eerste periode na het overlijden.

Artikel 33 - Preventie- en verzuimbeleidstandaardbepaling

  1. Werkgever en werknemer(s) zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het voorkomen en/of terugdringen van ziekteverzuim.
  2. Preventiebeleid ten aanzien van ziekteverzuim moet mede gericht zijn op behoud en verbetering van de kwaliteit van de arbeid.
  3. Werkgever en werknemers maken bij het opzetten van preventie- en verzuimbeleid gebruik van de branche risico-inventarisatie (RI&E Architecten) en de Arbocatalogus Architecten.
  4. Werkgever kan gebruik maken van de gedragscode Ongewenst gedrag opgesteld door SFA.
  5. Werknemer heeft het recht om zich tot een onafhankelijk en deskundig vertrouwenspersoon te wenden.

Artikel 34 - Inkomen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en/of 3e jaar WWminimumbepaling

  1. In het eerste ziektejaar heeft werknemer recht op volledige doorbetaling van het salaris dat hij zou ontvangen als hij arbeidsgeschikt zou zijn geweest. In het tweede ziektejaar ontvangt hij 70% van dat salaris. Werkgever vult dat aan tot 100% als werknemer voldoende meewerkt aan zijn re-integratie en zich houdt aan de voorschriften van de Wet verbetering poortwachter.
  2. Werkgever is verplicht voor werknemer(s) een verzekering af te sluiten voor inkomensaanvulling in derde en volgende arbeidsongeschiktheidsjaren in geval van een WIA-uitkering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
  3. Werkgever vult het 3e WW-jaar aan via en conform de regeling private aanvulling werkloosheidwet uitgevoerd door Stichting Private Aanvulling WW (SPAWW).
  4. De uitwerking van lid 1, 2 en 3 is opgenomen in bijlage 10 van deze cao.

Artikel 35 - Overlijden van werknemerminimumbepaling

  1. Werkgever keert na het overlijden van werknemer aan diens nabestaanden een bedrag uit, zijnde het salaris over de periode vanaf de dag na het overlijden tot en met twee maanden daarna.
  2. Dit bedrag wordt vermeerderd met het vakantiegeld, een eventuele vaste dertiende maand (indien van toepassing), een eventuele winstdeling over deze twee maanden en 2/12e deel van het jaarbedrag aan vaste, gegarandeerde bijzondere beloningen.
  3. Van deze bedragen worden afgetrokken de uitkeringen die nabestaanden als gevolg van zijn overlijden ontvangen op grond van de Ziektewet en/of de WIA dan wel de WAO. De overlijdensuitkering wordt uitbetaald in overeenstemming met de fiscale regels.