CAO

Artikel 36

1. Het vakantiejaar is gelijk aan het kalenderjaar.

2. Werknemer heeft per vakantiejaar recht op 240 uur vakantie op basis van een dienstverband van 40 uur per week (bestaand uit 160 (4×40) wettelijke vakantie-uren en 80 (2×40) bovenwettelijke, cao-vakantie-uren).

3. Werknemer heeft naar rato per vakantiejaar recht op:
a. 16 uren extra vakantie met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 50 jaar of ouder wordt;
b. 32 uren extra vakantie met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 55 jaar of ouder wordt;
c. 48 uren extra vakantie met ingang van het vakantiejaar, waarin hij 60 jaar of ouder wordt.

4. a. Voor werknemers die voor 1 april 2011 in dienst waren bij hun huidige werkgever, geldt een overgangsregeling naar rato, opgenomen in de tabel in lid 4c van dit artikel.
b. Voor hen geldt dat het recht op extra vakantie-uren zoals opgenomen in de onderstaande tabel gelijk blijft, tot het jaar waarin werknemer op grond van lid 3 recht heeft op meer vakantie-uren op basis van zijn leeftijd. Vanaf dat jaar geldt lid 3.
c. Leeftijd op 31-12/2011 en extra vakantie-uren:

Leeftijd op
31-12-2011

35 t/m 39 jaar

40 t/m 44 jaar

Totaal extra vakantiedagen

8 uur

16 uur

 

 

 

Leeftijd op
31-12-2011

45 t/m 49 jaar

50 t/m 54 jaar

Totaal extra vakantiedagen

24 uur

32 uur